Een kleine week geleden zijn we de grens overgereden van Turkije. Na al die hobbeldebobbel-wegen in de balkan, is Turkije een verademing. Keurige snelweg, groene landerijen en alles opgeruimd. Al snel doemt voor ons een jungle van beton voor ons op. Het verkeer wordt drukker en onduidelijker, totdat we middenin een schreeuwende chaos aan verkeer, mensen, karretjes en steile weggetjes tot stilstand komen. Onze otopark vlak bij het hotel in de kleurrijke centrale wijk Beyoglu blijkt na een aantal ‘verboden in te rijden’ weggetjes, met de hulp van google maps toch vlot gevonden. De grijs besnorde eigenaar van het Otopark, trok zijn evengrijze wenkbrauwen hoog op toen hij ons in ‘the beast’ aan zag komen. De prijs van de parkeerplaats vloog dan ook direct om hoog. Na wat gesteggel over de prijs, wist de grijze snor onze auto met zeker 4000 toeren, luid schreeuwend, in een hoekje te drukken. 2 blokjes verderop is ons hotel met google maps, wederom snel gevonden.
Geen idee hoe mensen dit allemaal deden zonder google maps? Je moest vroeger toch wel een zeer georganiseerd type zijn. Het werkt danwel allemaal niet zo goed als in Nederland. Google stuurt je vaker dan eens een weg in die niet meer bestaat, verboden in te rijden is of dat er wegen extra zijn die google over het hoofd had gezien. Maar niet getreurd, als je de GPS aan zet kun je altijd dat blokje om zonder enige moeite vinden.
De wijk waarin we terecht zijn gekomen is een wirwar van straatjes met op elke straathoek een theetentje, shishalounge, donerzaak of alle drie in een. De huizen hangen op Amsterdamse wijzen gemoedelijk tegen elkaar aan, terwijl de architectuur doet denken aan Franse koloniale tijden. Door de smalle straatjes paradeert een bonte verzameling mensen. Van travestiet tot zwart gesluierde dame, van kleine mank lopende, groezelige, Turkse mannetjes tot langbenige, hooggehakte vrouwen met wapperende haren.
Met de metro steek je voor een paar muntjes het water over naar het oudste deel van de stad. Waar de minaretten van de blauwe moskee boven de bomen uit steken en de aya sofia zijn macht op je neer laat komen. De echoënde oproep voor het gebed klinkt haast mystiek, terwijl we rondwandelen door de tuinen van het oude 1001-nacht paleis van de sultan.
Na alle hectiek en feest van de metropool verruilen we het Europese continent voor het Aziatische en vertrekken naar het platteland. Om precies te zijn, naar Safranbolu: het Volendam van Turkije. Een dorpje vol met schattige ottomaanse huisjes, overladen met Chinese toeristen en Turkish delight.
Het landschap verandert vlot om ons heen, van keurige akkers naar uitgestrekte heuvels. De vlakke heuvels gaan over in rotsen, waartussen riviertjes meanderen. Middenin deze prachtige natuur zijn de ruïnes van een 3000 jaar oude stad (Hattusa). Gebouwd door de Hittite, een volk wat qua macht en bouwkunst niet veel onderdeed voor de Egyptenaren.
Naar mate we verder naar het Oosten trekken valt op dat de culturele veelzijdigheid van Istanbul plaats maakt voor een ogenschijnlijke monotone gemeenschap. Mannen met blijkbaar allemaal dezelfde kledingsmaak, die zich verschansen in almaar dezelfde thee-shopjes. Vrouwen met dezelfde lange jassen en gebloemde hoofdoeken. Het enige eten wat te krijgen is komt van de barbecue verpakt in brood. De winkels die ik altijd aanzag voor Turkse-toeristen-rimram blijken de enige soort in de niet-toeristische delen van Turkije. De Engels of Duits sprekende Turken zijn haast niet meer te vinden. Gelukkig biedt ook hier google weer een uitkomst. Het duurt even, maar na een kort gesprekje over waar je vandaan komt en hoe je heet, weet de gemiddelde Turk zelfs via Google-translate duidelijk te maken dat Ataturk fantastisch was, maar de zittende (zonder namen te noemen) een ramp. Er wordt met handen weggewuifd of spugende bewegingen gemaakt. Ataturk, die na de val van het Osmaanse rijk, direct na de eerste wereldoorlog, door gebrek aan olie in Turkije uit de greep van de westerse landen wist te blijven. Om zo van Turkije een eenheid te maken. Een machtige natiestaat, waar de Turk voorop staat. Minderheden werden verwijderd of verTurkt. De monomanie van toen, lijkt met de islamisering van nu weer terug te komen.
Morgen trekken we verder naar het Oosten, ik ben benieuwd of op weg naar de Iraanse grens er weer meer pluriformiteit in het leven van de Turken gaat ontstaan. Daarbij start de Ramadan vanacht, we zullen zien of er wat te eten valt; al zal dat alleen maar kebab en thee zijn.