Vanuit Iran zijn we naar Azerbeidzjan gereden, om vervolgens de boot te pakken naar Kazachstan over de Caspische zee. De boot is een ferry, ook wel roll on roll off voor vrachtwagens en treinen en zo nu en dan mag een verloren toerist ook mee. Op de ‘bijbel’ voor zijderoutereizigers (caravanistan site) staat een uitgebreid verhaal over hoe de boot te nemen. In het kort: de boot vertrekt 70 kilometer ten zuiden van Baku, vanuit de middle of nowhere. De boot (een oude sovjetreliek) gaat 1x per 3 tot 14 dagen; afhankelijk van het aantal vrachtwagens en het weer. Dagelijks zal je naar de vertrekplaats van de boot moeten om te vragen of hij gaat. Als hij vaart, kan de reis 30 uur tot 5 dagen duren. Eten aan boord is mogelijk erg slecht en duur.
Na twijfels om over Rusland te rijden toch voor de boot gekozen. Rusland is mogelijk, maar wel een kleine kans op kidnapping in Dagestan of Tjetjenie. Die kleine kans is voor ons te groot.
Na groots inkopen gedaan te hebben, om 5 dagen glutenvrij te kunnen overleven op een roestige tobbe met goede moed naar de haven gereden. Vrij snel na de afslag staat een vierkant wit hok met twee slagbomen ervoor. Grensachtig moet je paspoorten en kentekenbewijs laten zien. De auto wordt kort bekeken met spiegels aan de onderkant en de bagage gecheckt. Daarna kan je het haventerrein op. Aan het einde van de weg staan zo’n honderd vrachtwagens naast en achter elkaar geparkeerd. Sommigen staan te ronken om hun waar gekoeld te houden. Aan de linker kant van de geasfalteerde vlakte staan een 5-tal zeecontainers. Rechts staan de vrachtwagens en een zeecontainer die dienst doet als toiletgebouw. Aan het einde van de vlakte een grenspoort. Wij worden door een aantal beveiligers naar een van de vijf zeecontainers gewezen om een ticket voor de boot te kopen. Het is nog maar een uur of negen, maar de lucht trilt al over het asfalt van de warmte. In de zwaar geaircode container zit een klein bol mannetje in uniform, om zijn vingers bungelen een flink aantal zilveren ringen. ‘is there a boat today?’ vragen wij hoopvol. Jazeker is er een boot, hij vertrekt om 10:00 maar die is vol. Teleurgesteld kijken we elkaar aan, dat wordt dus 3 dagen wachten. ‘next boat four o clock’ zegt de man achter het bureau. ‘Dan al???’ Superfijn! ‘But boat, maybe full’ We besluiten een ticket te kopen en te wachten. De ticket betalen moet bij de bank. (container naast de ticket-container)
In moeilijke landen kan je bijna nooit betalen aan de persoon waar je zaken mee doet. Bijvoorbeeld in restaurants is er altijd een aparte betaaldesk bij de uitgang en in auto-garages krijg je een bonnetje waarmee je naar een loketje moet. De enige waar je direct aan betaalt is de politie die je om allerlei redenen staande kan houden voor ‘straff!’ AKA een boete/bribe waarover je kunt onderhandelen. Het geld zelf pakken mensen nooit aan, je moet het ergens neerleggen.
We rijden de beast zo dicht mogelijk onder de grenspoort om wat schaduw te vangen. Na 2 uurtjes checken we in het ticketbureau of de maybe al een yes is geworden. Daan en ik hebben er over gediscussieerd om de man om te kopen, maar hij gaf daar geen ingang voor en gezien de boten zo vaak varen zal er vast morgen ook weer een varen. De maybe is geen yes geworden, maar de boot is vertraagd door harde wind op zee. We kunnen mee als 2 mensen niet op komen dagen, die er al hadden moeten zijn. Mogelijk goed nieuws dus.
Een tijd later wordt er naar ons gefloten. Om aandacht van je te trekken wordt er bijzonder vaak naar je gefloten door mensen die je tegenkomt, maar met name door ambtelijke types zoals politie en douane. Wanneer je bij de politie staat voor straff en de prijs wordt bepaald via een vaag papiertje, fluiten ze tussen hun tanden naar je om je te laten kijken. Ze fluiten nogmaals om je de hoogte van de bribe aan te wijzen, maar voor je ziet waar ze precies naar wijzen vouwen ze de papiertjes snel weer toe. Verder fluit eigenlijk iedere willekeurige andere vreemde naar je. Dat doen ze als je iets doet dat niet mag. Een fluitconcert is je deel als je ergens loopt waar je om onduidelijke redenen niet mag lopen, of als ze vinden dat je een andere kant op moet lopen. Zelfs als de persoon 40cm van je afstaat en je even voor je uit staat te staren fluiten ze. Op de een of andere manier wekt dat een soort diepe agressie in mij op. ‘Sir’ of voor mijn part ‘hey’ is toch een stuk prettiger. Maar goed: dit fluitje is een positief fluitje, want we moeten een ticket kopen voor het op en afladen van de auto. Al blijft ons onduidelijk waarom die handeling niet in de totaalprijs zit inbegrepen, vooral omdat we het zelf zullen moeten doen. Om de havenbelasting te voldoen halen we in een andere zeecontainer een papiertje, waarmee we weer naar de bank kunnen voor wederom een transactie in Amerikaanse dollars. Een graag gebruikte valuta, dit zal wel te maken hebben met de rappe devaluatie van het geld in veel Aziatische landen. Dit keer geen kletspraatjes met de bankbedienden, twee jonge mannen in een strak pak dat nogal contrasteert met hun werkomgeving. Wat overigens ook geldt voor de gespreksonderwerpen die ze bij de vorige transactie aansneden. Kennelijk is een van beiden nogal een Don Juan.
We hebben nu een ticket gekocht en de haven betaald, maar rond etenstijd weten we nog steeds niet of we ook met de boot kunnen. Ondertussen wordt de ticketmeneer een beetje chagrijnig van ons gedram. We hebben een twee-uurs-beleid, om en om vragen we of er al zekerheid is. Helaas: de maybe is nog steeds geen yes en de boot komt niet voor de avond aan, want storm-op-zee. Wederom wachten. Daar zijn we ondertussen vrij goed in geworden. Tegen de avond toch maar weer is gevraagd; een ja! We kunnen mee! Nu alleen nog wachten tot die roestige tobbe arriveert. We weten haar naam al wel: de Akademik Hassan Aliev. Noem het een blijde verwachting.
Na aankomst van de boot zes uur lang gewacht tot we aan boort konden. Auto’s mogen als laatste want alle vrachtwagens moeten eerst door de douane. Aan boort wordt ons door een potig Kazaks vrouwmens een privéhut toegewezen met 2 stapelbedjes, een patrijspoort en een wasbak! Superdeluxe dus. Doodmoe ploffen we op bed, het is vier uur in de nacht. Rond zes uur word ik even wakker als de boot begint te varen. Nog geen uur later wordt er luid op de deur gebeukt: ‘ZAFTRAK!!!! ZAFTRAK!!!’
Dit kun je toch niet menen??? Daan en ik hijsen ons slaperig in onze kleren en lopen naar de kantine. We waren in de stille hoop andere overlanders tegen te komen, maar behalve wij zijn er alleen Turkse en Kazakse vrachtwagenchauffeurs in vuile kleren, die het matige eten zonder wat te zeggen naar binnen smakken. Het ontbijt is van Iraanse kwaliteit. Thee, droog brood en 2 vage jammetjes uit plastic bakjes. Als je er om vraagt is er oploskoffie. Na wat gegeten te hebben snel terug naar de hut om verder te slapen. Om half 11 wordt er opnieuw op de deur gebeukt: ‘LOENCH LOENCH!’ Zo krijgt een mens toch ook zijn slaap niet…
De rest van de dag worden we met rust gelaten. Na een kijkje in de machinekamer en bij de stuurman hebben we ons met een drankje op het topdek gesetteld en besloten dat de bootreis na alle negatieve verhalen online in werkelijkheid een aangename verrassing is. Langzaam tuft de boot golfloos vooruit, je komt er zowaar van tot rust. Na een prachtige zonsondergang op zee volgt een nog mooiere wolkloze sterrenhemel.
Na een goede nachtrust worden we op tijd wakker door de zon die door het raampje naar binnen schijnt. We liggen stil. Land in zicht! De vrachtwagenchauffeurs zijn al druk in de weer met wassen en andere ochtendrituelen. Nadat we door duwbootjes op zijn plek zijn geduwd en ontbeten hebben begint wederom wachten. De chauffeurs zitten, staan en hangen bij elkaar met mapjes papieren. Op de TV staat een film, vermoedelijk Commisaris Rex, maar dan in een Russische remake.
Na ruim een uur worden we naar buiten gesommeerd, om via een ladder aan de zijkant de boot te verlaten. Via dezelfde ladder gaan een tiental Kazakse soldaten met drugshonden de boot in. Samen met de chauffeurs worden we in 2 minibusjes gepropt en naar de douane gereden. Daar volgt een uitgebreide paspoortcontrole. Daarna moeten weer terug lopen naar de boot om de auto te halen. De procedure die dan weer volgt zal ik je besparen….